Het begon allemaal aan het einde van mei. Wanneer geo-ecologist Steffen Zuther en zijn collega’s arriveerde in het midden van Kazakhstan om een kudde van een bedreigde antilopensoort die op de steppe grazen in de gaten te houden. Dierenartsen hadden toen al gemeld dat er dode dieren op de grond lagen.
Zuther zegt: “Het kwam wel eens voor dat er meerdere dieren tegelijkertijd stierven in de afgelopen jaren, wij maakten ons niet enorm veel zorgen.” Zuther is de internationale coordinator vn het Altyn Dala Conservation Initiative.
Maar toen sloeg het noodlot toe. Binnen vier dagen ging de hele kudde – zo’n 60.000 antilopen – dood. Biologen en dierenartsen probeerden de massale sterfte in te dammen maar dit bleek op geen enkele wijze succesvol. Ze kregen ook te horen over vergelijkbare sterften in andere kuddes in Kazakhstan. En toen, tegen het begin van juni, was de massale sterfte opeens weer over.
Onderzoekers hebben inmiddels wat aanwijzingen kunnen vinden hoe de gehele kudde van antilopen (welke in 2014 bestond uit 257.000), plotseling zo snel kon sterven. Het blijkt dat bacteriën zeker een rol hebben gespeeld. Maar hoe een normaal gesproken onschadelijke bacterie zo een impact kon hebben is nog steeds een raadsel, zegt Zuther.
“De omvang en de snelheid van de sterfte, dat het mogelijk was om alle dieren te doden, is nog nooit eerder voorgekomen bij andere diersoorten.” Zegt Zuther. “Dit is hoogst ongebruikelijk.”
De Saiga-antilopen staan geregistreerd als een bedreigd diersoort bij de Internationale Unie voor het Behoud van Natuur. De Saiga-antilopen komen enkel voor met een kleine kudde in Rusland een in Mongolie en in Kazakhstan. In de koude winters migreren ze naar andere delen van het land, waaronder die van de steppen van Kazakhstan. De kuddes splitsen zich af om hun jongen te kalveren in de late lente en vroege zomer. Het afsterven begon tijdens de afkalftijd.
Medewerkers die tussen de dieren werkten konden monsters van de omgeving van de kudde afnemen. Onder andere stenen of aarde waar de dieren op gelopen hebben. Ook het water dat ze dronken en het eten dat ze aten in de maanden voor de sterfte ontsnapte niet aan de aandacht van de medewerkers.
Als maatregel voerden de onderzoekers hoogwaardige necropsieën van de dieren uit. Ook observeerden ze het gedrag van de dieren vlak voor hun, en tijdens de, dood. De vrouwtjes die samen kwamen om hun jongen te kalven werden het hardste getroffen door de bacterie. Ze stierven eerst en dan hun jong waren die te jong waren om zelfstandig te kunnen zijn en planten te kunnen eten. Omdat het sterven op die volgorde plaats vond, werd het waarschijnlijk via de moedermelk overgedragen.
“Tot nu toe was de enige mogelijke oorzaak voor het milieu dat er een koude, harde winter was, gevolgd door een natte lente, met veel weelderige vegetatie en stilstaand water op de grond waardoor bacteriën zich makkelijker kunnen verspreiden”, zei Zuther. Dat lijkt op zichzelf echter niet zo ongewoon, zei hij.
“Een andere mogelijkheid is dat dergelijke plotselinge sterfte onvermijdelijke reacties zijn op enkele natuurlijke veranderingen in de omgeving”, zei hij. Zuther zei dat hij en zijn collega’s van plan zijn om verder te zoeken naar een oorzaak van de dood.
Beeld: Flickr.com
Follow @guldencourantElke dag direct het belangrijkste en het meest interessante nieuws in uw inbox