Robert Redford, een van de grootste namen uit de Amerikaanse filmgeschiedenis, is op 89-jarige leeftijd overleden. De acteur, regisseur en activist maakte furore in de jaren zeventig met zijn rol in de klassieker Butch Cassidy and the Sundance Kid, waarin hij samen met Paul Newman speelde. Het succes van die film legde de basis voor een imposante carrière in de filmwereld.
Kort daarna brak Redford opnieuw door met de misdaadkomedie The Sting, eveneens in samenwerking met regisseur George Roy Hill. Zijn naam werd synoniem met de charismatische hoofdrolspeler die zowel drama als actie geloofwaardig wist neer te zetten. Ook met regisseur Sidney Pollack werkte hij veelvuldig samen, onder meer in Three Days of the Condor en het epische Out of Africa, waarin Redford speelde naast Meryl Streep.
Zijn voorkeur voor maatschappelijk relevante thema’s kwam naar voren in politieke films zoals The Candidate en All the President’s Men, de laatste gebaseerd op het Watergate-schandaal. Later zette hij zelf de stap naar de regiestoel en won hij met zijn debuutfilm Ordinary People direct de Oscar voor Beste Regie. Andere memorabele regieprojecten waren The Horse Whisperer en diverse onafhankelijke producties die mede dankzij hem het witte doek bereikten.
Redford was ook de oprichter van het Sundance Film Festival, dat uitgroeide tot een van de belangrijkste podia voor onafhankelijke filmmakers wereldwijd. Daarmee bood hij kansen aan een nieuwe generatie regisseurs en acteurs die zonder hem misschien nooit doorgebroken zouden zijn.
Naast zijn werk in Hollywood wijdde Redford zich aan het milieu. In Utah zette hij een natuurpark op en hij sprak zich jarenlang uit tegen klimaatverandering en milieuvervuiling. Voor velen werd hij niet alleen een filmicoon, maar ook een symbool van maatschappelijke betrokkenheid.
Redford werd geboren in Los Angeles, waar zijn vader als accountant werkte. Hoewel hij in zijn jeugd vooral excelleerde in honkbal, verloor hij zijn studieplek door drankgebruik en persoonlijke tegenslagen na het overlijden van zijn moeder. Tijdens een reis door Europa ontdekte hij zijn passie voor kunst en schilderen. Terug in de
Verenigde Staten koos hij uiteindelijk voor acteren, met opleidingen in New York.
Zijn eerste optredens waren te zien in televisieseries als Perry Mason en The Twilight Zone. Ook maakte hij indruk op Broadway met de komedie Barefoot in the Park, die later verfilmd werd met Jane Fonda naast hem in de hoofdrol. In 1960 debuteerde hij op het witte doek met een kleine rol in Tall Story. Twee jaar later kreeg hij zijn eerste serieuze hoofdrol in War Hunt, waarmee hij definitief zijn entree maakte in de filmwereld.